Klunen
- tessdumitru
- 11 okt
- 3 minuten om te lezen
We kregen een uitnodiging van de Jaap Edenbaan. Of de jongens dit jaar weer een schaatscursus willen doen. Met een glimlach denk ik terug aan die van vorig jaar. Het was een groot succes. Aan het begin van de week konden ze niks, aan het einde gleden ze over de baan alsof ze nooit anders deden. Ging alles maar zo makkelijk…
Hier in Roemenië blijkt dat je soms iets langer dan een week nodig hebt om wat nieuws te leren. Een nieuwe taal bijvoorbeeld. Ik kan mezelf al een poosje best wel verstaanbaar maken in het Roemeens. Sinds de jongens op Roemeense les zaten in Amsterdam en wij onze nieuwe vriendin Cristina leerden kennen, leerde ik elke week een beetje bij. Niet in de les, maar gewoon op de gang. Waar Cristina me met heel veel geduld uitlegde hoe mannelijke en vrouwelijke uitgangen werken en langzaam tegen me sprak zodat ik in elk geval begreep waar een woord begon en waar het eindigde. Ik leerde het mooie woord ‘chef’ (zin in!) en ze legde me uit dat vrouwen vaker ‘bună’ zeggen en mannen ‘salut’ (en ook al vind ik dat zelf stom, het is wel handig om te weten waarom iedereen raar kijkt als ik salut zeg).
Al die Roemeense woorden, zinsdelen, uitgangen en uitspraken zaten na afgelopen schooljaar best wel in mijn hoofd. Maar nu blijkt… als ik ze moet gebruiken glijden ze m’n mond niet uit. Het voelt eerder alsof ik moet klunen. Ik heb de tools wel, maar ik kan ze net niet goed genoeg gebruiken. Ik moet zoeken, haal dingen door elkaar en kraam soms gewoon de grootste onzin uit. Zo zei ik gister tegen m’n schoonvader dat hij niet meer doet alsof hij een dokter is, terwijl ik eigenlijk wilde vragen of hij nog naar de dokter ging. En tegen de bewaker van school die, nou ja best een beetje lelijk deed, kon ik niks terugzeggen. Daarom zei ik datgene wat ik wel wist steeds harder tot ik het naar hem schreeuwde. En ik ineens dacht: wat doe ik?! Klunen dus. De hele dag. En dat is soms behoorlijk vermoeiend. Dan gooi ik heel even het bijltje erbij neer en zeg gewoon helemaal niks meer.

En de jongens? Die glibberen na ruim een maand op school nog net zo over de taal als bambi op het ijs. Ze kennen wel wat woorden, maar kunnen daar nog niets mee. Gelukkig begint deze maand nog hun intensieve taalcursus. Gewoon op hun eigen school. Dat is bijzonder, want de school heeft dat nog nooit eerder gedaan. Er komen ook zes kinderen van andere scholen. Ook dát is bijzonder. Je zou kunnen zeggen dat de allereerste schakelklas in Târgoviște ooit van start gaat. Nog niet eerder was er zo’n klasje waarin kinderen met een taalachterstand intensief taalonderwijs kregen. Wie weet wat dat nog gaat betekenen voor deze stad. Wat voor ons belangrijker is: wat gaat het betekenen voor Mingus en Elis?
Als ik denk aan de kinderen die vanuit de schakelklas bij de jongens in Nederland in de klas kwamen, dan gaat het Roemeens leren straks heel snel. Niet in een week natuurlijk. Maar ergens dit jaar zal het gebeuren dat ze me met volle kracht voorbij glijden. En dan strompel ik heel trots achter ze aan.





Opmerkingen